ADHD en autorijden

Laatste update:
2 oktober 2024
Leestijd: 7 Minuten
Auteur:
Esther Reitsema

ADHD en autorijden gaat meestal prima samen. Toch kunnen sommige vaardigheden tijdens het rijden voor mensen met ADHD lastiger zijn. Daarom gelden er voor hen extra regels over autorijden. We vertellen u alles wat u moet weten over ADHD en autorijden.

Wat is ADHD?

ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Mensen met ADHD hebben een afwijking in de kleine onderdelen van de hersenen. Hun hersenen reageren eerder op prikkels. Dat zorgt ervoor dat mensen met ADHD zich soms anders gedragen dan mensen zonder ADHD. 

Dit zijn de belangrijkste kenmerken van ADHD:

  • Problemen met aandacht: het is voor mensen met ADHD moeilijker om hun aandacht ergens bij te houden. 
  • Problemen met hyperactiviteit: mensen met ADHD zijn vaak erg druk en bewegen veel.
  • Problemen met nadenken: mensen met ADHD doen vaker dingen zonder daar eerst over na te denken. Ze zijn vaker impulsief. 
  • Problemen met gevoelens en gedrag: mensen met ADHD hebben vaak moeite met controle houden over hun gedrag en emoties. 

ADD is een subtype van ADHD. Heeft u ADD? Lees dan ons blog Kunt u met ADD autorijden?

ADHD en autorijden

Invloed ADHD op autorijden

Goed en veilig autorijden vereist bepaalde vaardigheden, zoals een goede concentratie en het verdelen van aandacht. Dergelijke competenties kunnen lastiger zijn voor mensen met ADHD. Autorijden met ADHD is daarom soms een grotere uitdaging. Het is dan ook belangrijk dat u bij het CBR meldt dat u ADHD heeft. 

Beoordeling CBR

Het CBR bepaalt of u ondanks uw ADHD rijgeschikt bent. Dit doen zij aan de hand van een Gezondheidsverklaring, informatie van een psychiater en soms een rijtest. De Gezondheidsverklaring vult u zelf in via Mijn CBR. Hier beantwoordt u een aantal vragen en geeft u aan dat u ADHD heeft. Vul de Gezondheidsverklaring meteen in wanneer u begint met rijlessen, zodat u ruim op tijd de beoordeling van het CBR ontvangt. Na het beoordelen van uw Gezondheidsverklaring krijgt u van het CBR een verwijzing naar een onafhankelijke psychiater. Hij of zij stelt u een aantal vragen en adviseert het CBR vervolgens over uw rijgeschiktheid. Soms moet u ook een rijtest doen. Aan de hand van het advies van de psychiater en de eventuele rijtest bepaalt het CBR of u rijgeschikt bent. 

Bent u rijgeschikt verklaard? Dan kan uw rijschool een rijexamen voor u aanvragen. Als u slaagt voor het examen, krijgt u meestal het gebruikelijke rijbewijs, met een onbeperkte geldigheidsduur. 

ADHD en medicatie bij autorijden

Mensen met ADHD gebruiken vaak medicijnen als methylfenidaat (Ritalin) of dexamfetamine voor een betere beheersing van hun symptomen. Dit kan een positieve invloed hebben op hun rijgedrag, bijvoorbeeld omdat ze zich rustiger voelen en ze zich beter kunnen concentreren. ADHD-medicatie kan echter ook van negatieve invloed zijn op het rijgedrag. De medicijnen kunnen namelijk bijwerkingen hebben, zoals slaperigheid, duizeligheid of onrust. Als iemand met ADHD last heeft van dergelijke bijwerkingen, kan het gevaarlijk zijn om te rijden. 

Meestal mag u met ADHD-medicatie autorijden. Hiervoor moet u wel toestemming hebben van uw (huis)arts. Ook moet u er rekening mee houden dat u niet meer dan de voorgeschreven dosering gebruikt. Heeft u last van bijwerkingen? Dan mag u niet deelnemen aan het verkeer. 

Meer over medicijnen leest u in ons blog Veilig rijden met medicijnen.

phone
Mag ik met dexamfetamine autorijden?
Ja, u mag met dexamfetamine autorijden. Alleen op de eerste 3 dagen van het gebruik van dit medicijn mag u niet rijden. Ook als u last heeft van bijwerkingen moet u stoppen met autorijden. 
phone
Hoe zit het met methylfenidaat en autorijden?
U mag met methylfenidaat autorijden. Ook hierbij geldt dat u moet stoppen met rijden als u last heeft van bijwerkingen.
phone
Is er een speciale ADHD rijbewijskeuring?
Nee, er is geen speciale ADHD rijbewijskeuring.

Heeft u vragen over een medische keuring bij ADHD? Bekijk onze pagina hierover dan eens voor meer informatie.

Auteur informatie
Esther Reitsema
Communicatiespecialist
Dit artikel is gepubliceerd op 23 september 2024 en is het laatst aangepast op 2 oktober 2024.